Ga naar de inhoud

Kinkhoest

Kinkhoest is een besmettelijke ziekte. Mensen krijgen het door een bacterie. In Nederland worden kinderen ingeënt tegen kinkhoest. Toch krijgen kinderen en volwassenen regelmatig kinkhoest. Baby’s kunnen erg ziek worden van kinkhoest.

Wat is kinkhoest?

Kinkhoest is een infectie van de luchtwegen die veroorzaakt wordt door een bacterie. De bacterie maakt een gifstof aan, waardoor hoestbuien ontstaan. Deze hoestbuien kunnen drie tot vier maanden duren. Kinkhoest wordt daarom ook wel de ‘100-dagenhoest’ genoemd.  

  • Iedereen kan kinkhoest krijgen.  
  • Vooral jonge baby’s kunnen erg ziek zijn door kinkhoest. Ook kinderen met ernstige ziekten van longen, hart of spieren kunnen erg ziek worden. 
  • Iemand die kinkhoest heeft gehad kan het opnieuw krijgen. 

Hoe werkt een besmetting?

  • De kinkhoestbacterie zit in de keel van iemand die besmet is. Door hoesten, niezen en praten komen kleine druppeltjes met de bacterie in de lucht. Mensen kunnen deze druppeltjes inademen en besmet raken. 
  • Kinkhoest is vooral besmettelijk aan het begin van de ziekte. Iemand weet dan vaak nog niet dat hij kinkhoest heeft. Iemand is besmettelijk tot drie weken na het begin van de erge hoestbuien. 
  • De tijd tussen besmetting en de eerste verschijnselen is meestal zeven tot tien dagen. 

Wat merk ik?

De tijd tussen het besmet raken en ziek worden is meestal zeven tot tien dagen. De klachten beginnen meestal met:

  • Koorts 
  • Verkoudheid 
  • Hoesten (blafhoest) 
  • Benauwdheid 
  • Braken  
  • Vermoeidheid  

Wat kan ik doen?

  • Kinkhoest gaat vanzelf weer over.  
  • Het kan wel 3 maanden duren voordat jouw klachten helemaal weg zijn. Je kunt hoestdrank of neusdruppels gebruiken om de klachten te verminderen.  
  • Antibiotica helpt niet tegen de klachten. Door antibiotica is iemand minder lang besmettelijk voor kinkhoest. Dat heeft alleen zin als iemand minder dan twee weken hoest. Je kunt met je huisarts overleggen of dit nodig is.
  • Voelt een kind zich goed? Dan kan het gewoon naar de kinderopvang of school. Kinkhoest is al besmettelijk voordat iemand weet dat hij kinkhoest heeft. Thuisblijven helpt niet om te voorkomen dat anderen kinkhoest krijgen. 
  • Heeft jouw kind kinkhoest? Vertel het dan aan de leidster of de leerkracht. Zij kunnen in overleg met de GGD andere ouders informeren. Ouders kunnen dan letten op de klachten van kinkhoest bij hun kind. 
  • Een volwassene met kinkhoest die zich goed voelt, kan gewoon werken. Werk je met jonge kinderen of in de zorg? Dan moet je eerst overleggen met je werkgever, de bedrijfsarts of de GGD voor je weer gaat werken. 
  • Er is een inenting om de ziekte te voorkomen. Kinderen krijgen deze inenting meerdere keren op het consultatiebureau. Heeft iemand 3 inentingen gehad? Dan is hij ongeveer 4 tot 12 jaar tegen kinkhoest beschermd. 
  • Ben je zwanger? Dan kun je je ook laten inenten tegen kinkhoest. Dat kan als je 22 weken of langer zwanger bent. Je lichaam maakt dan afweerstoffen tegen kinkhoest. De baby krijgt de afweerstoffen via de navelstreng. Lees meer over de kinkhoestvaccinatie op de pagina Vaccinaties.
  • Het kan zijn dat je toch kinkhoest krijgt na een vaccinatie. De inenting zorgt er dan wel voor dat je minder ernstig ziek wordt. 

Bij hoesten en niezen:

  • Het beste is om een papieren zakdoek te gebruiken. Heb je geen papieren zakdoek bij de hand? Hoest dan in de plooi van de elleboog. Gooi het zakdoekje weg na gebruik. Was daarna je handen.  
  • Het is niet nodig om bij iedereen die hoest of niest uit de buurt te blijven. Houd pasgeboren baby's wel uit de buurt van hoestende en niezende mensen. 

Heb je nog vragen?

Neem gerust contact met ons op. Hoe? Dat bepaal jij zelf. Bekijk de verschillende manieren.

Op werkdagen bereikbaar van 08.30-17.00 uur